Maaien van gras en sloten

In de gemeente Velsen maken we onderscheid tussen kort gras en ecologisch gras. Kort gras maaien we wanneer het langer dan 9 centimeter is. Ecologisch (lang) gras maaien we 1 tot 2 keer per jaar.

Ecologisch maaien

We beheren onze bermen en grasvelden zoveel mogelijk ecologisch. Ieder jaar kijken we waar we dit kunnen uitbreiden. Ecologisch beheren houdt in dat we maar 1 of 2 keer per jaar maaien en het maaisel weghalen. Hierdoor krijgen kruiden en bloemen meer kans om uit te groeien. Dit is goed voor bijen, vlinders en andere insecten, omdat zij zo genoeg nectar en stuifmeel kunnen vinden.

Kort gras

Op sommige plekken houden we het gras kort en maaien we op basis van beeldkwaliteit. Dit betekent dat we afspraken gemaakt hebben over hoelang het gras maximaal mag zijn. In Velsen is dat rond de 9 centimeter.

We houden het gras kort omdat het belangrijk is om hier te kunnen spelen (bijvoorbeeld speeltuinen), voor de verkeersveiligheid of omdat het er mooi uitziet. Ook de meeste hondenlosloopvelden maaien we vaker.

Schapen

In Velsen-Noord zetten we ook schapen in binnen het maaibeheer. Schapen eten het liefst gras. Ze laten veel andere planten, kruiden en bloemen staan. Als ze erlangs lopen, blijven de zaden van die planten en bloemen in hun vacht hangen. Op een andere plek vallen die er weer uit. Zo helpen de schapen de kruiden en bloemen verspreiden. Daar zijn de bijen blij mee.  

De schapen eten niet al het gras in een keer op, zoals een maaimachine alles kaal maakt. Daardoor kunnen insecten zich ook makkelijker verplaatsen naar een fijn plekje. Daarbovenop verbeteren de schapen de bodemstructuur en bemesten ze het veld op natuurlijke manier met hun ontlasting. 

Sloten

Er zijn gemeentelijke sloten en sloten van het waterschap. De sloten worden minstens een keer per jaar gemaaid. Waterplanten die de doorstroming zouden kunnen tegenhouden, worden zo weggehaald. De waterschappen houden hier toezicht op en het is een wettelijke verplichting. Als we de sloten niet maaien, dan krijgen sommige plekken of zelfs hele wijken te maken met wateroverlast, vooral in de polders. Als waterplanten op bepaalde plekken heel snel groeien, komen we vaker langs om te maaien.

Riet langs het water maaien we een keer per jaar, waarbij ook steeds een deel blijft staan (waar mogelijk 50%). Zo houden we de overgang van water naar land geleidelijk. Daar maken insecten, vogels, amfibieën en zoogdieren gebruik van.